Iedereen die met kinderen werkt kent momenten van handelingsverlegenheid. Opeens heb je geen idee meer hoe je het beste zou kunnen doen. Midden in de dagelijkse werkelijkheid lijkt het hele arsenaal aan kennis en opgebouwde ervaringen verdwenen. Dat wat je in de dag tegenkomt is grillig en onverwacht en valt niet binnen theoretische kaders. Dat maakt het lerarenvak zo uitdagend. Maar wanneer je opeens te maken hebt met een leerling die helemaal van slag is en niet meer voor rede vatbaar, is deze uitdaging minder enthousiasmerend.
![1](../images/Van impliciet naar expliciet lv/Dia11.jpg)
Ondersteuning
Wanneer er bij individuele kinderen sprake is van ernstige (gedrag)problemen, kan er hulp gevraagd worden aan de intern begeleider of een extern deskundige. Gezamenlijk met de leerkracht en de ouders zullen zij dan onderzoeken wat een passende begeleiding van de leerling is.
Daarbij kunnen we bijvoorbeeld denken aan:
Een maatje in de klas
Werken met de vriendschapscirkel
Verzorgen van no-blaim meetings
|